14 mei

De liefde van een minnaar

Bedenk, dat een liefhebbend Meester zich verheugt in de vertrouwelijkheid, waarmee Hem iets gevraagd wordt, zoals Hij op Zijn beurt graag ziet, dat Zijn volgelingen en vrienden zich verheugen in de liefdevolle vertrouwelijkheid, waarmee Hij iets vraagt.
Het wonder van het gezinsleven komt zowel tot uiting in de vrijheid, waarmee een kind vraagt en eist, als in het liefdevolle beroep dat de ouders doen op heel de liefde en vreugde van de kinderen. Alleen door veelvuldig contact met Mij, door veel tot Mij te bidden, naar Mij te luisteren en gehoorzaam te zijn aan Mijn opdrachten, ontstaat die vertrouwelijkheid, waardoor Mijn volgelingen Mij in de verhouding van vriend tot vriend durven benaderen.
Geef in alles toe aan Mijn liefdevol aandringen, maar bedenk, dat ook Ik toegeef aan dat van jullie. Vraag niet alleen grote dingen zoals Ik je heb gezegd, maar vraag ook om de kleine, tedere bewijzen van liefde. Bedenk, dat Ik ben gekomen als de Grote Minnaar van de wereld. Denk nooit dat Mijn liefde alleen maar bestaat uit innig medelijden en vergeving. Dat is het wel, maar het is ook de Liefde van een Minnaar, die Zijn liefde door talloze woorden en daden en liefdevolle gedachten openbaart.
God woont in elk van jullie, bedenk dat. Die God vereer Ik en aan Hem onderwerp Ik Mij, hoewel Ik en Mijn vader één zijn. Als men meer en meer op Mijn Vader in de hemel gaat lijken, breng Ik daarom in onze vriendschap een element van eerbiedige, tere liefde. Ik zie, wat geen mens kan zien... Ik zie God in je.
De mens kan in zijn medemens altijd die aspiraties en kwaliteiten zien, die hijzelf ook bezit. Daarom kan alleen Ik, omdat Ik waarlijk God ben, God in de mens herkennen. Denk daar ook aan in je verhouding tot anderen.
Je motieven en aspiraties kunnen alleen maar worden begrepen door hen, die dezelfde geestelijke hoogte hebben bereikt. Daarom is het dwaas en heeft het geen zin van anderen begrip te verwachten. Beoordeel hen niet verkeerd als ze je niet begrijpen. De taal die jij spreekt, is voor hen een vreemde taal.

Je bent gewaarschuwd

Vasten is het uithongeren van het eigen-ik. Dat behoeft niet altijd te gebeuren door zich te onthouden van voedsel. Maar het is absoluut een wezenskenmerk van vooruitgang in het leven met Mij.
Er bestaat geen stilstand in het christelijk leven. Als er geen vooruitgang is, dan is er achteruitgang.
Ik heb je verlost. Je teruggekocht uit de slavernij der zonde, van welke aard ook.
Daarom, wanneer zwakheid je overmeestert en je voor de verleiding bezwijkt, maak je Mijn verlossing tot een aanfluiting.