22 mei

Beschik over je Heer

'Heer, ik maak aanspraak op Uw hulp'.
Ja, maak aanspraak op Mijn hulp en doe dat voortdurend! Er bestaat een vertrouwen dat lang wacht en een vertrouwen dat geen uitstel duldt - dat, als het eenmaal overtuigd is van de juiste koers en zeker is van Gods leiding, met alle vasthoudendheid van een kind zegt: 'Nu'. 'O, mijn God, wacht niet langer'.
Jullie zijn geen dienstknechten meer, maar vrienden. Een vriend kan over zijn vriend beschikken; hij kan weten, dat alles wat de vriend - de ware vriend - bezit, hem rechtens toebehoort. Dat betekent niet een lui leventje op kosten van een vriend, maar het aanspraak maken op de middelen van die vriend: naam, tijd, en alles, wat hij bezit als je eigen voorzieningen zijn uitgeput.
Vriendschap - ware vriendschap - houdt in, dat men het recht heeft om zich de dingen toe te eigenen. En in de dienst van God heerst volmaakte vrijheid. Erfgenamen van God - als medeërfgenamen deel je met Mij in de erfenis. Wij delen in alles, wat de Vader bezit. Je hebt dezelfde rechten als Ik om dat te gebruiken en er aanspraak op te maken. Maak gebruik van je recht. Een bedelaar smeekt. Een zoon, een dochter, neemt.
Geen wonder, dat Ik, wanneer Ik Mijn kinderen smekend en wachtend voor Mijn huis zie zitten, hen laat begaan totdat zij zich realiseren hoe dwaas zij handelen, daar zij alleen maar hun huis hebben binnen te gaan om het nodige te nemen.
Niet iedereen kan dit doen. Eerst moet men een duidelijk besef hebben van het zoonschap van God.

Het christendom heeft niet gefaald

De mensen trachten het christelijk leven te leven in het licht en het onderwijs van alleen Mijn drie jaar lange zending. Dat was nimmer Mijn bedoeling.
Ik kwam om Mijn Vader te openbaren, om de Goddelijke Geest te tonen, werkzaam in de mens. Ik leerde niet dat de mens alleen maar moest pogen de JEZUS van Nazareth te imiteren, maar ook dat de mens zodanig door Mijn Geest in bezit zou worden genomen en de Geest hem zou aanzetten tot al wat Ik deed, dat hij bezield zou worden als Ik.
Zoek Mij te volgen door de kracht van de inwonende Geest, die Ik je heb nagelaten. Die Geest ZAL je leiden in alle waarheid.
Tegen Mijn discipelen zei Ik dat Ik hun niet alles kon vertellen, maar dat de Geest hen zou leiden. Dat is hetgeen waarin Mijn volgelingen Mij teleurstellen. Overpeins steeds meer deze leiding van de Geest, beloofd aan allen, en zo weinig opgeëist.