7 december

Levensspijs

Ik heb een spijs te eten waarvan gij niet weet. (Joh. 4.32)
Dit waren de woorden, die Ik tot Mijn discipelen sprak op een van de eerste dagen, dat Ik het Evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigde. Later moest Ik hen nog beter leren verstaan, dat bij die majestueuze verbinding van een ziel met God, kracht, leven en voeding van de Een op de ander overgaat.
Voedsel is er om het lichaam in stand te houden. Het doen van Gods wil is de werkelijke kracht en de instandhouding van het leven. Voed je met die spijze.
Als de ziel verhongert, komt dat, omdat zij weigert Mijn wil te doen, en er geen vreugde in vindt om Mijn wil te doen. Wat heeft wereld het druk met te spreken over lichamen, die ondervoed zijn! Maar de zielen, die ondervoed zijn dan?
Laat waarlijk het doen van Mijn wil je spijze zijn. Daardoor zul je inderdaad sterkte en kracht ontvangen.

Geheime dienst

Je bent gezegend, zeer rijk gezegend. Vergeet nooit dat je Mijn liefde en bescherming hebt. Geen wereldse schatten kunnen dat voor je betekenen.
Vergeet ook nooit dat je geleid wordt. Elk woord, elke brief, elke ontmoeting, door God gepland en door God gezegend. Voel dat eenvoudig, weet dat. Je bent geen verdoolde en onverzorgde. Je behoort tot de geheime dienst van de hemel. Er zijn voorrechten en gunsten voor je langs de gehele weg.