- 27 januari

Als de storm zijn volle kracht bereikt...

'Heer, tot wie zullen wij gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven'. (Joh. 6:68)
Ik ben met jullie beiden. Ga onbevreesd verder. Gezondheid en kracht, vrede, geluk en vreugde - dat zijn allemaal gaven van Mij. Maar jullie moeten er om vragen. In de geestelijke, alsook in de stoffelijke wereld bestaat geen vacuüm en als het eigen ik, en angsten en zorgen uit je leven verdwijnen, dan volgt vanzelf, dat de dingen van de Geest, waar je zo vurig naar verlangt, binnenstromen om hun plaats in te nemen. 'Alles is het uwe, en gij zijt van Christus, en Christus is van God'. Wat een wonderbare kringloop, omdat je het eigendom van God bent.
Wees niet bang. Vrees niet. Het is de drenkeling, waar de Redder naar toegaat. Naar de flinke zwemmer, die het wel alleen af kan, gaat Hij niet. En geen enkele uiting van vreugde kan zo groot zijn als die van een mens voor zijn Redder.
Het behoort tot Mijn wijze van werken, te wachten tot de storm zijn volle kracht heeft bereikt. Dat heb Ik ook gedaan met Mijn discipelen op het meer. Ik had de eerste aanstormende golf kunnen bevelen kalm te blijven en de eerste windvlaag stil te zijn, maar wat zouden ze dan van deze les geleerd hebben? Het besef dat er zo heel dicht bij hen een toevluchtsoord en veilige schuilplaats was, zou verloren zijn gegaan.
Weet je nog - Mijn discipelen dachten, dat Ik hen tijdens de slaap vergeten had. Bedenk hoe mis ze het hadden. Put hieruit kracht en vertrouwen, blijde afhankelijkheid en verwachting.
Wees nooit bang. Blijdschap IS je deel, en stralende vreugde van een mens, die gered is, zal je deel worden.

Hulp voor allen

Ik heb Mijn hulp niet alleen toegezegd aan de rechtschapenen. Aan de zondaar die zich tot Mij wendt, aan de heilige die met Mij leeft, aan beiden wordt Mijn wonderdoende kracht geopenbaard. Hulp, tijdelijke zowel als geestelijke, schenk Ik waarlijk, niet als een beloning voor goedheid, maar als een vervulling van Mijn belofte die Ik aan allen deed, die in Mij geloven.
Maar wanneer iemand zich tot Mij keert, maak Ik terstond het plan voor de zo begeerde redding. Indien de mens die Mijn plan hoort en Mijn bedoelingen verneemt, de hem toegewezen taak in dat plan niet zou doen, hoe kan dan Mijn genezing van lichamelijke, geestelijke of stoffelijke disharmonie geopenbaard worden?