- 31 januari

Lijden verlost

Elk offer, dat wordt gebracht en alle lijden werkt bevrijdend: het wordt gebruikt om de enkeling te leren of om anderen op te richten en te helpen.
Niets is toevallig.
Het gaat je beperkt verstand te boven om het Goddelijk denken te begrijpen en de wonderen, die het bewerkt. In Mijn plannen, die vanaf het begin volmaakt zijn, wordt geen enkel detail vergeten.

De roepstem in de avond

Zachtjes in de avond weerklinkt de voetstap van je Meester. Mijn dag is lang en vermoeiend geweest. Harten jegens welke Ik met liefde ben vervuld en waarnaar Ik heb verlangd, wederstaan Mij nog steeds. Ik zie de bejaarden, eenzaam en verlaten zonder Mij. Ik zie de ontgoocheling van mannen en vrouwen, die in Mij innerlijke voldoening zouden kunnen vinden, die anderen hun niet kunnen schenken. Ik zie de jongeren die Mij verdringen uit hun van werk vervulde, van genoegens vervulde dagen. En toch wacht Ik. Ik klop, Ik smeek, Ik roep, onaangehoord, veronachtzaamd, ongewenst.
Zoals Ik de schakel was tussen de Vader en de mens, zo moeten thans Mijn volgelingen de schakels zijn tussen de mens en Mij.
Menselijke liefde, stoffelijke hulp, menselijk begrip en vriendschap moeten hen, naar wie Ik verlang, binden.
Kanalen waardoor Mijn hulp naar de mens kan vloeien, dat moeten jullie zijn, maar ook de middelen waardoor de mens al tastende zijn weg vindt tot Mij.

'O, laat mij U horen spreken,
In woorden, helder en stil,
Boven de stormen van de hartstocht
En 't geklaag van mijn eigen wil.

O spreek om mij te verzekeren,
Aan te sporen of te bedwingen;
O, spreek, en doe mij luisteren
Gij, Waker over mijn ziel!'