14 september

Als het geloof ontbreekt

Heer, wij geloven, kom ons ongeloof te hulp. (Marc. 9:24)
Deze kreet van het menselijk hart drukt evenzeer de menselijke nood uit als de kreet, die tot Mij werd gericht toen Ik op aarde was. Daaruit blijkt, dat de ziel gegroeid is.
Als een ziel zich bewust wordt van Mij en van Mijn macht, en Mij kent als Helper en Verlosser, dan gaat zo'n ziel steeds meer in Mij geloven. Tegelijkertijd is die ziel zich meer dan voorheen bewust, dat hij tekort schiet in volkomen vertrouwen op Mij.
'Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!' De groei van de ziel - een toename van het geloof - dan een roep om meer geloof - een smeken om alle ongeloof en alle gebrek aan vertrouwen te overwinnen.
Die kreet wordt gehoord. Dat gebed wordt beantwoord. Meer geloof, en te zelfder tijd meer bekwaamheid om te zien, waar het ontbreekt aan geloofsvertrouwen. Mijn kinderen, probeer naar boven te gaan langs dit pad, dat je bij elke stap nader tot Mij brengt.

Geschenken voor je

'Niet zoals de wereld schenkt, schenk Ik u'.
Niet zoals de wereld schenkt, maar o, oneindig rijker, overvloediger, schenk Ik je.
De wereld verwacht iets terug of geeft iets in ruil. Zo doe Ik niet. Mijn enige voorwaarde is: ontvang!
Maar om Mijn kracht, Mijn gaven te ontvangen, moet je er ruimte voor hebben en, vervuld van het eigen-ik, is er geen ruimte voor Mij en Mijn geschenken.
Daarom, al wat Ik van je verlang is ontledigd te worden van jezelf en naar Mij te verlangen.