27 september

Goddelijke zelfbeheersing

Is Mijn hand te kort om te verlossen? Neen! Mijn macht om te verlossen neemt toe, naarmate jouw vermogen toeneemt om Mijn verlossing te verstaan. Zo gaan wij samen van kracht tot kracht, en van macht tot macht.
Mijn wonderwerkende macht in het heelal is onbeperkt, hoewel die in elk persoonlijk leven beperkingen kent, maar alleen naar gelang bij die persoon inzicht ontbreekt. Er zijn geen grenzen aan Mijn macht om te redden. En er zijn ook geen grenzen aan Mijn wens en verlangen om te redden. Mijn hand is niet te kort en is 'nog uitgestrekt', verlangend en wachtend om te mogen zegenen en helpen en redden.
Bedenk hoe fijngevoelig Ik van elke ziel afzonderlijk de rechten respecteer. Nooit dring Ik die Mijn hulp en Mijn verlossing op. In al Mijn lijden voor de mensheid weegt dit wellicht het zwaarste: de beheersing van het Goddelijk ongeduld en het verlangen om te helpen, totdat de roep van de ziel Mij het recht geeft om te handelen.
Denk je eens even in, wat een liefde daarin besloten ligt! Vertroost Mijn wachtend, liefhebbend en verlangend hart door Mijn hulp in te roepen. Mijn leiding en Mijn macht, die wonderen doet.

Mijn strijdende Geest

Er is nimmer een tijd waarin een mens zich niet berouwvol tot Mij kan keren en verlangend naar Mijn vergiffenis, deze ontvangt.
Maar er is een tijd waarin Ik zal ophouden volhardend te zijn in het aansporen van Mijn volgeling tot een daad.
Het menselijk oor kan een geluid zo vaak horen, dat het ophoudt een betekenis voor hem te hebben, dat het niet meer bewust wordt gehoord.
Zo is het ook met het geestelijk oor. Tenzij het gehele verlangen en streven erop gericht is Mijn plan uit te voeren, zal Mijn dienstknecht mogelijk ophouden te horen, ophouden zich bewust te zijn van Mijn wens.
Dit is een ernstig geestelijk gevaar, en Ik zeg je: waak ertegen en pas ervoor op.