17 september

Wankelende schreden

Toon ons uw weg o Heer, en laat ons wandelen op uw paden.
Dat doe je. Dit is de weg. De weg van een onzekere toekomst en van wankelende schreden. Het is Mijn weg. Zet alle vrees voor de toekomst van je af. Weet, dat je geleid zult worden. Weet, dat de weg je getoond zal worden. Ik heb het beloofd.

Laat hem aan Mij over

In Mijn Koninkrijk behoort het oordeel niet tot de taak van de mens. Er is een Rechter, en zelfs Hij weerhoudt Zijn oordeel totdat het laatste hoofdstuk van 's mensen leven geschreven is, totdat alle bewijzen verkregen zijn, zo verlangend is Hij om verzachtende omstandigheden te ontdekken of om te wachten totdat, doordat de mens zich van Hem keert en zich op Zijn genade verlaat, de toestand zich wijzigt en de rechter de gevangene in de beklaagdenbank wordt.
Dan zal God, de Vader, wetende dat Zijn geliefde Zoon de verantwoordelijkheid aanvaardt voor de daad (in feite heeft Hij Zelf reeds de straf ondergaan) stellig de menselijke zondaar vergeven.
Daarom, wanneer je oordeelt (arme, zwakke, dwaze, verachtende arrogantie), oordeel je niet de zondaar, maar Mij.