12 oktober

Je bent Mijn blijdschap

Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben Uw woord bewaard. (Joh. 17:6)
Bedenk, dat evenals jij God dankt voor Mij, Ik God dank, dat Hij jou aan Mij heeft gegeven. In het uur van Mijn doodsstrijd op aarde doortrilde één vreugdetoon de pijn: de gedachte aan de zielen, die de Vader Mij gegeven had, en die Mijn woord hadden bewaard.
Zij hadden toen nog geen machtige daden gedaan, voor en in Mijn Naam, zoals ze later deden. Zij waren gewoon daders van Mijn woord, niet alleen hoorders. Juist in hun dagelijkse doen en laten hielden zij zich aan Mijn woord.
Ook jij kunt Mijn hart verheugen door trouwe dienst, trouwe dienst in de kleine dingen. Wees getrouw. Verricht je eenvoudige taken voor Mij.

Ogen van de geest

Je moet nog veel leren.
Het leven zal niet lang genoeg zijn om alles te leren, maar je verwerft dat gezichtsvermogen van de geest, dat de ogen van je sterfelijk lichaam vervangt, wanneer je met Mijn Vader en Mij een leven binnengaat van een vollediger begrip.