19 november

De bergen des Heren

Ik hef mijn ogen op naar de bergen:
vanwaar zal mijn hulp komen?
Mijn hulp is van de Here,
die hemel en aarde gemaakt heeft
(Psalm 121:1,2)

Ja! Hef altijd je ogen op, van het vuile en lage en verkeerde van de aarde, naar de bergen des Heren. Hef vanuit de armoede je ogen op naar de Here om hulp. Hef in zwakke momenten je ogen op naar de bergen des Heren.
Train je oog door het steeds op die verte te richten. Train het steeds meer en steeds verder te zien, totdat de bergtoppen in de verte je bekend voorkomen.
De bergen des Heren. De bergen, vanwaar je hulp komt. Een verschroeide aarde kijkt op naar de bergen vanwaar de rivieren, de stromen, het leven komt. Kijk jij daarom ook naar de bergen. Van die bergen komt hulp. Hulp van de Here - die hemel en aarde gemaakt heeft.
Zie dus voor al je geestelijke noden op naar de Here, die de hemel gemaakt heeft, en zie voor al je tijdelijke noden op naar Mij, aan wie dit alles toebehoort, de Here, die de aarde gemaakt heeft.

Controleer

Werp alles van het eigen-ik dat tegen Mijn heerschappij rebelleert, eruit. Weet van geen andere heerschappij.
Controleer gewoontegetrouw je daden en beweegredenen. Die welke zijn ingegeven door zelfrespect of zelfmedelijden - veroordeel deze.
Tuchtig jezelf liever meedogenloos dan dat het eigen-ik op enigerlei wijze de overhand krijgt. Je streven is, het uit te bannen en Mij alleen te volgen en te dienen.