4 november

Ik ben bij je

Overvloed van vreugde is bij Uw aangezicht, liefelijkheid is in Uw rechterhand, voor eeuwig. (Psalm 16:11)
Tracht deze overvloed van vreugde niet te realiseren door inspanning. Dat kan net zo min, als dat er blijdschap in je hart komt over de aanwezigheid van een aardse vriend, doordat je jezelf probeert te dwingen het prettig te vinden, dat die vriend er is.
Roep dikwijls Mijn Naam aan: 'Jezus'.
Het aanroepen van Mijn Naam doet Mij niet in werkelijkheid naar je toekomen. Ik bèn bij je. Maar het neemt, als het ware, de bedekking van je ogen weg, en dan zie je Mij.
Het is, om zo te zeggen, alsof je de hand van een geliefde drukt, die dit beantwoordt met een druk van zijn hand, wat bij jou een ontroering van blijdschap teweegbrengt, een echt, blij gevoel van bij elkaar te zijn.

Het schitterende leven

Het wonder van een leven met U, dierbare Heer.
In het rijk van de Geest openbaren waarheden zich in dezelfde gevarieerde wonderen van kleur als de natuur haar pracht.
Ervaringen, leiding, openbaringen van waarheden, dit is als het ware allemaal het oplichten van heerlijke kleurenharmonieën op jullie innerlijk oog, die zulk een rijkdom aan vreugde uitlokt, zulk een opwinding van extase, dat deze alle beschrijving door de tong der sterfelijkheid tart.
Die blijdschap is geen glinsterende schoonheid aan de oppervlakte, maar kracht gevend en vertroostend. Ze bekleedt het fundament van het altaar waarop je leven zich overgeeft in een offerande aan Mij en vanwaar je gebeden opstijgen.