22 november

Alleen de liefde blijft

Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelend cimbaal. (1 Cor. 13:1)
Begrijp, dat alleen de liefde telt. Alleen wat in de liefde is gedaan, dat blijft, want God is liefde en alleen het werk van God is blijvend.
De roem van de wereld, de toejuichingen voor degene, die met de tongen van mensen en van engelen spreekt, die bewondering wekt en aandacht trekt - het is alles gewijd aan iets, dat niet blijvend is, ja, in wezen waardeloos is, als het die door God gegeven eigenschap, de Liefde, niet heeft.
Bedenk, hoe een glimlach of een woord van liefde een kracht van God is - hoe simpel het ook mag lijken - die als op vleugelen zijn weg vindt, terwijl de indrukwekkende woorden van een redenaar zonder vrucht ter aarde kunnen vallen. De maatstaf voor alle ware woorden en werken is: 'zijn zij ingegeven door de liefde?'
Als de mens toch eens inzag hoe nutteloos vele van zijn activiteiten zijn! Zoveel werk, dat in Mijn Naam is gedaan, wordt niet door Mij erkend. Bid om liefde. Verwijder al wat niet in de liefde is uit jullie hart en leven, dan zul je veel vrucht dragen, en hieraan zullen allen weten, dat jullie discipelen van Mij zijn, omdat je liefde hebt onder elkander.

De blik van de beminde

Hoe weinigen wachten op Mij.
Velen bidden tot Mij.
Ze komen haastig in Mijn tegenwoordigheid met wensen en noden, maar weinigen wachten daar op die kalmte en kracht, die het contact met Mij biedt. Zie op Mij en word behouden. Maar de blik moest geen vluchtige blik zijn. Het moest zijn de blik in Mijn gelaat van de beminde die de Geliefde aanschouwt.