25 november

De Hemelse Bedelaar

Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop (Openb. 3:20)
O, denk toch telkens weer over deze woorden na en leer daaruit hoe groot Mijn nederigheid is. Dit vriendelijk verzoek geldt ook hen, die ernaar hunkeren om een geluk, rust en bevrediging te bezitten, die zij in de wereld en zijn werken nooit hebben gevonden. Als antwoord op hun zoeken komt tot hen de dringende uitnodiging: 'Komt tot Mij en Ik zal u rust geven'.
Maar tot hen, die niet beseffen dat zij Mij nodig hebben, die Mij hardnekkig verwerpen, die de deur van hun hart sluiten, opdat Ik niet binnen zal komen, naar hen ga Ik toe met een liefdevol, nederig verlangen. Zelfs wanneer Ik alles gesloten en vergrendeld vind, dan sta Ik daar als een Bedelaar, en klop, en klop. De Hemelse Bedelaar in al Zijn nederigheid.
Denk nooit van hen, die jou hebben buitengesloten, of die je vergeten zijn, dat zij nu maar moeten wachten, dat je hen niet nodig hebt. Neen! Denk dan aan de Hemelse Bedelaar, en leer van Mij nederigheid. Leer ook wat het geluk, de vrede en de rust van ieder mens, Mij - zijn God - waard is; en leer, al biddend, die goddelijke onrust na te volgen totdat een ziel rust en vrede vindt in Mij.

Groene weiden

Wandel in Mijn groene weiden. Het oog zal tot rust komen en de geest hersteld door het zachte groen van de begroeiing. Het oor gekalmeerd en dan bekoord door het geluid van Mijn wateren der ruste.
Geen stenen zullen je voortgang beletten.
De ijle nevel over alles spreekt van nog niet onthulde geheimenissen, terwijl het wonder van het leven rondom je getuigt van Mijn altijd werkzame, scheppende en beschermende macht, en je zult vervuld raken van een tevredenheid, die zal opgaan in een vreemde hunkering naar een geesteseenheid met Mij.
Dan zul je weten dat Ik daar ben.