21 november

Straal blijdschap uit

Je moet je niet alleen verblijden, maar je blijdschap moet ook zichtbaar worden. 'Aan alle mensen bekend'. Een kaars moet niet onder een korenmaat worden gezet, maar op een kandelaar, zodat zij voor allen schijnt, die in het huis zijn.
De mensen moeten je blijdschap zien en kennen, en als zij die zien, er vast van overtuigd zijn, dat die voortkomt uit vertrouwen in Mij, door een leven met Mij.
De harde, saaie weg van berusting is niet Mijn weg.
Toen Ik in een triomfantelijke optocht en onder Hosanna-geroep Jeruzalem binnenreed, wist Ik heel goed, dat smaad en hoon en dood Mij wachtten. Het was beslist geen handjevol volgelingen van een 'verloren zaak', dat met Mij de stad binnensloop. Er was geen zweem van droefheid in Mijn gesprek met Mijn discipelen tijdens het laatste Avondmaal, en 'toen wij de lofzang gezongen hadden' gingen wij naar buiten naar de Olijfberg.
Vertrouw, overwin en verblijd je daarom. De liefde geeft kleur aan de weg. De liefde ontneemt de wind van de tegenspoed zijn felheid.
Liefde. Liefde. Liefde tot Mij. Het ervaren van Mijn aanwezigheid, en die van Mijn Vader. Wij zijn één, en Hij - God - is Liefde.

Wees blij in de Heer

Wacht voor Mijn aangezicht met een lied van lofprijzing in je hart. Zing voor Mij een nieuw lied. Er zal altijd iets zijn in elke dag om Mij voor te danken.
Beschouw elk klein voorval als een openbaring van Mijn liefde en aandacht voor je. Lofprijzing heeft het vermogen om de verbitterdheid van het leven weg te spoelen. Wees blij in de Heer. Verblijd je voor altijd. Heerlijk is het 'Dank U' uit het hart. Naarmate je leert Mij meer en meer te danken, zul je Mij steeds meer zien in de kleine voorvallen, en in toenemende mate meer zien om je over te verblijden. Lofprijzing en dankzegging zijn de bewaarders der jeugd.